Vierkant

Bereken vierkant m

m

Rond

Bereken rond m

Driehoek

Bereken driehoek m

m

Ziektes en plagen

Voorkomende ziektes en plagen in graszoden zijn:

Emelten

 

Emelten

De emelt is een pootloze larve van een langpootmug. De Emelt heeft geen duidelijk waarneembare kop en is grauw ( grijs bruin ) van kleur. Emelten hebben een lengte van 2 tot 4 cm en leven onder de grond onder de graszoden. De Emelten zijn een ware plaag voor de graszoden in uw tuin. De Emelten vreten wortels en het jonge groen op. Dit doen ze door vanuit hun holletjes het jonge groen naar beneden te trekken. De graszoden zullen hierdoor bruine kale plekken krijgen. Niet alleen gras valt ten prooi aan Emelten. Ook sla kool aardappel aardbei kervel en peterselie staan hoog op de menukaart van de emelt. De Emelten zijn het meest actief in het voorjaar , maar in de nazomer willen ze ook wel eens opduiken . op Zandgronden zal je niet snel last hebben van emelten daar de emelt de voorkeur geeft aan een natte en humusrijke omgeving. Indien er op zandgronden ongeveer hetzelvde schadebeeld in uw graszoden aanwezig is zal de boosdoener waarschijnlijk niet de Emelt zijn maar de engerling.

Preventieve bestrijding:
Bij preventieve bestrijding zullen we niet direct verlost zijn van de Emelten maar voorkomen we dat volgend jaar het gazon wederom vernield wordt.

Emelten graszoden

1. Aanplanten van knoflook, papaver en goudsbloem.

2. maai vanaf half Augustus tot half September de graszoden goed kort. De langpootmug legt op dat moment haar eitjes en geeft de voorkeur aan lang gras.

3. om dezelfde reden dien je te zorgen dat de tuin onkruidvrij is.

4. zorg ervoor dat de grond goed gedraineerd is.

5. werk geen halfverteerde plantenresten onder.

Biologische bestrijding
Emelten zijn zeer goed te bestrijden met aaltjes ( insectenparasitaire nematoden ) Het is een makkelijke , natuurvriendelijke en veilige manier van bestrijden. De aaltjes worden verhandeld in een kleisubstantie bij onder andere tuinsentra`s. De kleisubstantie meng je met water en giet je over de aangetaste plekken. De aaltjes gan zelf op zoek naar emelten en eenmaal gevonden zullen ze in de emelten dringen. De aaltjes planten zich voort en uit de dode emelten komen nieuwe aaltjes die weer op zoek gaan naar emelten. Voor optimaal resultaat dient de bodemtempratuur boven de 13 graden celcius te zijn.

Chemische bestrijding
Chemische bestrijding van emelten is volgens de richtlijnen van de Nederlandse wet niet mogelijk

Rouwvliegenlarven

Tot 1 cm. lange, grauwe-bruine pootloze larven met zwart-bruine kop vreten aan de wortels van de grassen. Zij leven vrij oppervlakkig in de grasmat en komen niet boven de grond. Toepassen van compost werkt vaak een aantasting van de rouwvlieg in de hand. Voeden zich met dode plantenresten. Als de populatie te groot wordt, vreten ze ook de levende planten aan.

Aantastingsbeeld
Afgevreten wortels en plantdelen, gevolgd door plekswijze afsterving van het gras.

Bestrijding
De rouwvlieglarven zijn heel goed te bestrijden met insectparasitaire nematoden Steinernema feltiae. Insectparasitaire nematoden (ook wel aaltjes genoemd – niet te verwarren met schadelijk plantparasitaire aaltjes) zijn microscopisch kleine aaltjes die in symbiose leven met een bacterie. Eenmaal in de bodem uitgezet zoeken ze de rouwvlieglarven op en dringen de larven in. Eenmaal binnen scheiden de aaltjes een bacterie af die de larven doodt. In de dode larven ontstaat’een nieuwe generatie aaltjes die op zoek gaan naar nieuwe rouwvlieglarven om ze te infecteren. Insectparasitaire aaltjes kunnen niet lang buiten een “gastheer” overleven. Zijn er geen prooien meer, dan sterven de aaltjes. Insectparasitaire nematoden komen van origine voor in onze bodem en zijn daarom ook opgenomen in de Flora- en Faunawet.
Deze aaltjes zijn ongevaarlijk voor mens, dier, milieu en nuttige insecten.

Engerlingen

Engerlingen

Herkenning.
Engerlingen zijn de larven van verschillende kevers. Deze larven vreten graag aan de wortels van o.a. graszoden. Hier zie je dan ook het snelst de grootte schade die deze dikke larven aanrichten. Maar niet alleen de wortels van de graszoden vallen ten prooi aan de engerlingen ook de wortels van naaldbomen, beuken en vele andere planten moeten het ontgelden.

De Engerling is een opvallende witte larve met een grijs/bruine kop en heeft drie paar poten. De Engerlingen worden 2 tot 4 cm groot en krullen zich bijna altijd op tot een C vorm. Doordat deze larven de wortels van het gazon opvreten gaat de zode los liggen. Het gras wordt geel en sterft af.

Vogels zijn dol op Engerlingen en ontdekken dan ook snel de losliggende zode waaronder de Engerlingen zich bevinden. Vele vogels pikken het gras opzij in hun zoektocht naar Engerlingen wat de schade aan de graszoden alleen maar slechter wordt. Ook de mol heeft de Engerlingen hoog op zijn menukaart staan. Snel stappen ondernemen waarneer je Engerlingen in de tuin ontdekt is dus geen overbodige luxe.

graszoden Engerlingen

De meest voorkomende Engerlingen in Nederland en België zijn afkomstig van de:

  • Meikever (Melolontha melolontha)
  • Junikever (Amphimallon sostitialis)
  • Julikever (Polyphyla fullo)
  • Mestkever (Aphodius)
  • Roestbruine sprietkever (Serica brunnea)
  • Sallandkever (Hoplia phylanthus)
  • Rozenkever (Phyllopertha horticola)

Preventieve bestrijding:
Preventieve bestrijding van de Engerlingen is niet direct mogelijk. Wat je wel kunt doen om de schade enigszins te beperken is ervoor zorgen dat de graszoden in een goede conditie zijn en ervoor zorgen dat de grond voldoende vochtig is. Je zal begrijpen dat de combinatie van wortelvraat en droge grond funest is.

Chemische bestrijding:
Afgelopen jaren zijn alle chemische middelen tegen Engerlingen voor zowel de particulier als de professionele gebruiker uit de handel genomen.

Biologische bestrijding: 
EngerlingenEngerlingen zijn zeer goed en snel te bestrijden met aaltjes (insectenparasitaire nematoden). Het is een makkelijke, natuurvriendelijke en veilige manier van bestrijden. De aaltjes worden verhandeld in een kleisubstantie. De kleisubstantie meng je met water en giet je over de aangetaste plekken. De aaltjes gaan zelf op zoek naar de Engerlingen en eenmaal gevonden zullen ze in de Engerlingen dringen. De aaltjes scheiden een bacterie af die de Engerling zal doden. De aaltjes planten zich voort en uit de dode Engerlingen komen nieuwe aaltjes die weer op zoek gaan naar Engerlingen. Een aangetaste Engerling door aaltjes is te herkennen aan een roestbruine kleur. Voor het beste resultaat dient de bodemtemperatuur boven de 13°C te zijn.

Regenwormen

Regenwormen

Regenwormen Vormen kleine, modderige zandhoopjes in de graszoden die in het voorjaar en de herfst ontstaan.

Regenwormen brengen de graszoden geen schade toe. Het zijn nuttige organisme die de structuur van de bodem bevorderen. De hoopjes die ze achterlaten, kunnen makkelijk verspreid worden.

Onkruid

Onkruid zoals paardenbloemen, klaver, madeliefjes of weegbree kan uw grasmat ontsieren. Handmatig (met wortel en al) verwijderen is een milieuvriendelijke, maar tijdrovende remedie. Voor de verschillende soorten onkruid verkopen tuincentra diverse, overwegend chemische, bestrijdingsmiddelen.

Sneeuwschimmel/Voetrot (Fusarium nivalis)

Sneeuwschimmel-Voetrot

Herkenning
Sneeuwschimmel in de graszoden begint met kleine, waterige plekken van 4 tot 6 cm groot. De geel/oranjebruine vlekken hebben een donkerbruine rand en kunnen uitbreiden tot wel 25 cm doorsnee Op een bepaald moment zullen de vlekken elkaar dan ook overlappen.

Bij hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld door dauw of mist) ziet u grijs/rose schimmelpluis in de aangetaste plekken. De optimale temperatuur voor sneeuwschimmel ligt tussen de 0 en 8 graden Celsius, maar pas bij een temperatuur onder de 0 graden Celsius of boven de 20 graden Celsius wordt de schimmel inactief.

De schimmel kan zich onder sneeuw uitbreiden, waarbij de schade pas zichtbaar wordt als de sneeuw verdwenen is. De schimmel manifesteert zich meestal in de herfst tot voorjaar, maar ook in de rest van het jaar kan de schimmel voorkomen, bijvoorbeeld tijdens een natte zomer.

Oorzaak:

  • hoge pH werkt de ziekte in de hand
  • temperatuurswisselingen
  • laat vrijkomen van te veel stikstof in najaar
  • tekort aan luchtcirculatie
  • tekort aan kalium
  • verdichte en daardoor slecht opdrogende gronden
  • bedekking met maaisel
  • hoge luchtvochtigheid
  • continu vocht in de grasmat (mist/dauw)

Bestrijding

  • voorkom verspreiding via maaimachine
  • na eind september minimaal bemesten met -. stikstof, bij voorkeur geen snelwerkende
  • N-meststof
  • winterbemesting in het najaar met kali-meststof -. (K)
  • goed afgestelde maaimachine met scherpe -. messen
  • wegwerken van dauw
  • verzamelen van maaisel en bladeren

Meeldauw (Erisyphe graminis)

Herkenning
Schimmelziekte. De bladeren zijn in meer of mindere mate bedekt met wit schimmelpluis, dit wordt later grauw van kleur. In dit schimmelpluis bevinden zich zwarte puntjes. De aangetaste bladeren sterven af.

Oorzaak
Meeldauw treedt vooral op bij hoge luchtvochtigheid in nazomer en voorjaar.

Bestrijding
Maai de graszoden in de nazomer vrij kort en vang maaisel altijd op. Verwijder bladeren van bomen van uw gazon. Activiteit van de meeldauw neemt af naarmate de buitentemperatuur daalt.

Bladvlekkenziekte (Drechslera poae)

BladvlekkenziekteHerkenning
De ziekte kenmerkt zich door het verschijnen van kleine, waterige bruine vlekken op de bladeren die kunnen uitgroeien tot grotere vlekken of tot netvlekken. Eveneens treedt een vergeling van de bladpunten op.

Oorzaak
De ziekte manifesteert zich vooral in de herfst en het voorjaar, wanneer de groeiomstandigheden voor het gras niet optimaal zijn. Ook kan aantasting aan de bladschede of wortelhals optreden waardoor planten kunnen wegvallen.

Bestrijding
De graszoden Maaien en afvoeren van het maaisel in de herfst kan de aantasting in het voorjaar beperken.

Voetrot (Gerlachia nivalis; Fusarium spp.)

 

Herkenning
Deze schimmel komt geregeld in Nederland voor en kan bij ernstige aantasting grote schade doen ontstaan. De eerste symptomen bestaan vaak uit kleine plekken die nat en geelbruin tot donkerbruin gekleurd zijn, deze kunnen zich snel uitbreiden. Aan de randen kan een zone met wit schimmel te zien zijn.

Oorzaak

  • hoge pH werkt de ziekte in de hand
  • temperatuurswisselingen
  • laat vrijkomen van te veel stikstof in najaar
  • tekort aan luchtcirculatie
  • tekort aan kalium
  • verdichte en daardoor slecht opdrogende gronden
  • bedekking met maaisel
  • hoge luchtvochtigheid
  • continu vocht in de grasmat (mist/dauw)

De schimmel kan zich onder sneeuw uitbreiden, waarbij de schade pas zichtbaar wordt als de sneeuw verdwenen is. Hoewel de schimmel zich meestal manifesteert van herfst tot voorjaar, kan ook in de rest van het jaar aantasting optreden, bijvoorbeeld tijdens een natte, warme zomer.

Bestrijding

  • voorkom verspreiding via maaimachine
  • na eind september minimaal bemesten met -. stikstof, bij voorkeur geen snelwerkende
  • .N-meststof
  • winterbemesting in het najaar met kali-meststof -. (K)
  • goed afgestelde maaimachine met scherpe -. messen
  • wegwerken van dauw
  • opvangen van maaisel en bladeren .

Bruine vlekkenroest (Puccinia brachypodii)

 

Bruine vlekkenroest (Puccinia brachypodii)

Herkenning
Manifesteert zich vooral bij veldbeemdgras. De aantasting kan vanaf april verspreid in het gewas optreden. Op de bladeren worden bruine, ronde sporenhoopjes gevormd. Bij ernstige aantasting zijn ook de bladschede, stengel en pluim aangetast.

Oranje-strepenroest (Puccinia poarum)

Herkenning
Deze ziekte komt eveneens voornamelijk voor bij veldbeemdgras. De aantasting komt pleksgewijs voor (mei/juni). Oranje-strepenroest is te herkennen aan geel-oranje vlekjes op de bladeren, die als strepen over het blad gaan. De schimmel kan ook de bladschede, stengel en pluim aantasten.

Kroonroest (Puccinia coronata)

Aantasting door kroonroest treedt meestal pas vanaf eind juni op tot in de herfst. Verspreid over het blad liggen oranje sporenhoopjes. De stengels en de bloeiwijze worden niet aangetast. Kroonroest komt het meest voor bij Engels raaigras.

Rooddraad (Laetisaria fuciformis)

Rooddraad (Laetisaria fuciformis)

Herkenning
Het meest opvallende kenmerk van de schimmelziekte rooddraad is de aanwezigheid van roze tot roodgekleurde draden aan de bladhalmen van aangetaste bladhalmen. De aantasting treedt vooral op in zomer en herfst. Vooral roodzwenkgras kan door deze schimmelziekte worden aangetast.het gras gaat zelden dood de wortels zijn nog in takt.

Oorzaak
Komt vaak voor na zware regenval; grond heeft gebrek aan stikstof, of de grond is dichtgeslagen.

Bestrijding
De graszoden op tijd bemesten in het groeiseizoen.

Paddestoelen

Paddestoelen

Herkenning
Er vormen zich twee kringen van zeer weelderig groen gras, de een binnen de ander, soms verscheidene meters in doorsnede. Het gras tussen deze twee kringen sterft af. Hierna verschijnen paddestoelen aan de buitenkant van de kring. In het midden van de kring zit een witte schimmel in de grond. De meeste paddestoelen veroorzaken weinig schade. Heksenkringen verstoren de groei van het gras. Ze hebben ondergrondse schimmeldraden en verspreiden zich door sporen die met de wind overgebracht worden.

Oorzaak
Gewone losse paddestoelen in het gazon ontstaan onder vochtige omstandigheden en een stikstof-rijke grasmat. Dit is een normaal natuurverschijnsel.

Dollar-spot (Sclerotinia homeocarpa)

Dollar-spot (Sclerotinia homeocarpa)

Veroorzaakt zeer kleine vlekken van slechts enkele cm doorsnede. Bij ernstige besmetting kunnen de afzonderlijke vlekken zich verenigen tot onregelmatige patronen. Bij dauw of hoge luchtvochtigheid is het typisch doorschijnend witte, spinnenwebachtige mycelium bovenaan tussen de grassprieten zichtbaar.

Vaak denken tuinbezitters dat deze webben toebehoren aan echte spinnen, maar niets is minder waar. Nauwkeurige controle van de besmette bladeren maakt de diagnose gemakkelijk : het blad versmalt en vertoont een stroachtig gekleurde ‘brandvlek’ met een roodachtig bruin uiteinde aan het gezonde weefsel.

Mollen (Talpa europpaea)

Mollen (Talpa europpaea)

Omschrijving
De mol (Talpa europpaea) is een bijna blind zoogdier die meestal nuttig werk onder de grond verricht. De hard werkende mol graaft gangen wat goed is voor de beluchting, drainage en eet vele (schadelijke) insecten. De mol is 12 tot 16 cm lang (incl. staart van 2,5 cm) en heeft een zachte zwarte pels die op zijn buik grijs is. Er worden regelmatig albino mollen ontdekt (geheel witte mollen). De mol is te herkennen aan zijn spitse snoet en zeer ontwikkelde naar buiten gedraaide voorpootjes, die bestaan uit zes tenen, waarmee de mol zeer sterk is en goed kan graven. De ogen van een mol zijn zo groot als een speldenknop. De mol kan een piepend geluid maken en blazen indien er gevaar heerst. De reuk, het zicht en het gehoor van een mol zijn matig vandaar dat de mol alles op de tast doet. De mol is dan ook uitgerust met duizenden tastharen bovenop zijn spitse snuit en op de voorpoten.

Natuurlijke vijanden:

De mol heeft een aantal natuurlijke vijanden waaronder:

  • Reiger
  • Ooienvaar
  • Valk
  • Uil
  • Buizerd
  • Vos
  • Bunzing
  • Kat
  • Wezel

mollen kan de graszoden beschadigen

Wist je dat!
een mol bij voldoende voedselaanbod een voedselvoorraad aanlegd? Dit doet hij door de kop van een regenworm af te bijten. De regenworm zal hierdoor niet sterven maar kan zich niet meer verplaatsen.

Mollen verjagen:
Ondanks dat de mol nuttig werk verricht onder de grond is niet iedereen blij met het ijverige diertje. De mol kan ernstige schade aanrichten aan de graszoden. Door het gangenstelsel kunnen mensen blessures oplopen. De vele molshopen die de mol in korte tijd kan maken zijn een doorn in het oog. Maar niet alleen het gazon is de dupe, ook kan bestrating verzakken als de mol op bezoek is.

Er zijn verschilende manieren om een mol te verjagen:

Trillingen:
Een mol heeft een hekel aan trillingen. Er zijn apparaatjes in de handel op batterijen die trilingen opwekken. Deze kan je eenvoudig in een gang steken.
Verkrijgbaar in tuincentra`s.

Fles:
Steek een fles zonder bodem in een molshoop. Let erop dat de opening van de fles de wind vangt. Hierdoor zal een fluittoon ontstaan die door de gangen van de mol klinkt.

Mottenballen:
Stop mottenballen in een gang van de mol en sluit deze vervolgens weer luchtdicht af.

Mollenpatronen:
Mollenpatronen (zwavel rookbommen) kan je inzetten om de mol te verjagen. Sluit alle openingen in het gangenstelsel af en steek een mollenpatroon aan. Het gangenstelsel zal zich vullen met rook wat de mol doet verjagen.

Keizerskronen:
Ook kan je proberen mollen te verjagen met beplanting. Het is bekend dat de mol een hekel heeft aan Keizerskronen (Fritillaria imperialis) Deze bloembollen verspreiden een geur waar mollen een hekel aan hebben. Keizerskroon is een plant die 80 tot 100 cm hoog wordt.

molshopen op uw gazon

Mollen bestrijden:
Pas als de mol zich niet laat verjagen zou je kunnen overwegen de mol te vangen Er leeft altijd maar één mol in een bepaald gebied . Alleen in de paringstijd kan je meerdere mollen in hetzelfde gebied aantreffen. Wel is het zo dat de mol graag het gangenstelsel van een andere mol overneemt. Zo kan het dus gebeuren dat je een mol vangt en er de volgende dag alweer een nieuwe mol actief is op dezelfde plaats.

Mollenklem plaatsen:
Er zijn verschillende soorten mollenklemmen in de handel. Indien de klem op de goede manier geplaatst is zal je de mol in een dag vangen.

1. Om te controleren of de mol actief is in het gangenstelsel druk je een dag voor het plaatsen van de klemmen de gangen dicht. Bij droog weer kan het zijn dat de mol erg diep in de grond zit omdat de insecten daar dan ook zitten. Het bevochtigen van de grond is een manier om de mol naar de oppervlakte te lokken of wachten op een regenbui.

2. Om een goede plaats te bepalen om de mollenklem te zetten kies je een plaats tussen twee molshopen in of een gang die naar water loopt. Prik met een stokje in de grond om de gang een klein beetje open te maken..

3. Graaf nu voorzichtig een gat waar de klem ruim in past. Voel of de gang goed doorlopen is, de gang zal dan glad aanvoelen. Span nu de mollenklem en stel deze zo scherp mogelijk af. Pas hierbij wel op je vingers.

4. Plaats nu de klem voorzichtig in de gang met de vier poten naar beneden. Zorg ervoor dat het lipje van de mollenklem midden in de gang zit.

5. Maak nu de gang weer donker met aanvullen van zand of door er bijvoorbeeld een emmer omgedraait er op te plaatsen. Als de mol met z`n rug het lipje van de mollenklem omhoog duwt zal de klem dichtklappen dat de mol direct dood

Onthoud bij het zetten van de mollenklem de stand van de bovenkant van de klem voor als je later gaat kijken kun je van boven zien of de klem, zou dit zo zijn dan is de mollenklem af gegaan.

Mos

Eén van de meest voorkomende klachten in een grasmat is mosvorming. Mos is - net zoals het onkruid – niet goed voor het gras. Het verstikt de grasplantjes, waardoor deze niet goed groeien en kunnen afsterven. Mos groeit vooral op vochtige plaatsen, in de schaduw, waar snel verzuring van de bodem optreedt. Er zijn heel verschillende soorten mos. Levermossen bijvoorbeeld, veroorzaken een glibberige laag in het gras. Omdat mos al bij lagere temperaturen groeit dan gras, zal er in het vroege voorjaar altijd wat meer mosvorming zijn. Als de grasmat in goede conditie is, krijgt mos weinig kans. De grasplantjes hebben dan een gezonde groei en zijn sterk genoeg om het mos te verdringen.

Mos voorkomen en bestrijden 
In de herfst kunt u een dun laagje compost over de grasmat strooien. Compost is goed voor de bodemstructuur, het houdt de grond ‘open’ waardoor mos in het voorjaar minder kans krijgt zich te ontwikkelen. Mos verwijderen is geen eenvoudige zaak; hiervoor zijn verschillende (chemische) middelen verkrijgbaar, de zogenaamde ‘mosdoders’. Op de lange termijn zijn deze middelen echter niet afdoende: het mos gaat weliswaar dood maar de sporen overleven. Het werkelijke probleem (slechte groeiomstandigheden voor het gras) wordt er niet mee opgelost. Er zal dus opnieuw mos ontstaan.

Mosproblemen kunnen grotendeels worden voorkomen door een goede bemesting, voldoende licht en lucht voor de wortels, en een goede waterhuishouding. Om dit te bereiken, mag een jaarlijkse verticuteerbeurt niet ontbreken in het onderhoud van de graszoden.